200 kilometer op de mountainbike

Triatleten willen wel eens iets speciaals tussendoor. Gino De Block trok deze winter naar Drenthe in het noorden van Nederland om er deel te nemen aan een mountainbiketocht van 200km. Hieronder zijn verslag.

Dik een jaar geleden hoorde ik van een monstertocht in het noorden van Nederland. Enkele Nederlanders die ik leerde kennen tijdens RocDuMaroc spraken er vol enthousiasme over de RBL Drenthe 200. Een mountainbiketocht van 200 offroad kilometer in de periode tussen Kerst en Nieuw. Drenthe 200 belandde zo op mijn bucketlist. Al was er ook twijfel nadat ik het verslag had gelezen over de editie van vorig jaar. Koud, ijsregen en veel modder. Van de 1.302 starters slaagden nog geen 500 fietsers erin binnen de tijdslimiet van achttien uur de volledige 205 kilometer te fietsen. Slik.

Ik heb zolang mogelijk gewacht om mij in te schrijven zodat ik de weersvoorspellingen op de voet kon volgen. Dit jaar was het aantal starters beperkt tot 1000 en 1 week voor de start waren er nog 11 startbewijzen vrij. En dan had ik nog het geluk dat een Nederlander van RocDuMaroc zijn startbewijs van de hand wou doen. Ik kon dus lang wachten om te beslissen.

Knoop doorgehakt

Zondag 23 december deed ik een laatste testritje met Ward en Maarten in het mondaine  Knokke-Heist. Heel plezant ritje, een kleine 7u op de fiets in de regen, wind en veel modder. De compagnie maakte veel goed natuurlijk en Ward overtuigde mij ook een beetje door te zeggen dat ik er klaar voor was. De dag erna checkte ik nog eens de weersvoorspelling en dat zag er goed uit. Dus nam ik contact op met die Nederlander om zijn startbewijs over te nemen. Via nog een andere Nederlander van RocDuMaroc, Tim, kan ik nog een slaapplaats bemachtigen.

Na een laatste check van mijn fiets en het materiaal dat ik allemaal moest meenemen vertrok ik de dag voor de wedstrijd richting Drenthe. Ter plaatse had ik afgesproken met Tim aan de inschrijving. “We zien elkaar in de tent, jou herken ik wel” zei hij. Bleek dat hij Martin die de slaapplaats had geboekt ook nog nooit gezien had. Na een prettige kennismaken met mijn nieuwe Nederlandse vrienden en een goed avondmaal wij op weg naar onze slaapplaats.

Lepeltje lepeltje

Het geboekte huisje lag op 16km van de start in een Scandinavisch dorp. Oei, dacht ik bij mezelf, komt dit wel goed? Het huisje bleek uiteindelijk een omgebouwd tuinhuis te zijn met twee tweepersoonsbedden. Dus was er de keuze lepeltje lepeltje liggen met een van de drie mannen die ik eigenlijk niet kende of er moesten er zich twee opofferen om op de grond te slapen. Gelukkig waren Martin en Alexander zo vriendelijk om dat laatste te doen.

Helaas was er ook geen verwarming in ons tuinhuis. Rond 21u kroop ik in mijn slaapzak om na een koude nacht om 4u terug op te staan. Na een rechtstaand ontbijt -ik weet eigenlijk ook niet waarom, maar die mannen hadden blijkbaar niet veel goesting om een deftig ontbijt te verorberen aan de tafel die er stond – vertrok ik rond 5u richting Roden waar de start werd gegeven. Voor de start kon je aan een grote vrachtwagen een kledingtas meegeven die je in de verzorgingspost halverwege het parcours(103km) kon ophalen om eventueel verse kleding aan te trekken. Ik was mooi op tijd om dit allemaal te regelen en kon zelfs nog op het gemak een kaksken doen.

Het gaat hard

Om 6u startte wave 1 met de Fatbikers (er was ook het Nederlands Kampioenschap Fatbike) en de wedstrijdrijders. Mijn wave 2 met de recreanten startte om 6u10 en na ons startte nog wave 3 om 6u20. De eerste vijf kilometer verliepen verhard en er werd al schandalig hard gereden. Iedereen wou blijkbaar in een gunstige positie aan de eerste offroad strook beginnen.

In het donker fietsen was nieuw voor mij maar het beviel mij wel. Als je in een groepje rijdt, moet je zelfs niet de volledige capaciteit van je verlichting benutten, al is het wel soms opletten voor de kleine paaltjes. Ik zette mij in het wiel van een groep van een man of zeven dat er stevig de pas in hield. Samen reden we over goed bollende zandpaden langs kanalen en door bossen. De weg was perfect uitgestippeld met pijlen en knipperlichten op plekken waar bordjes moeilijk zichtbaar zouden zijn. Op gevaarlijke verkeerspunten hielden seingevers de auto’s tegen.

Er werd opvallend weinig gepraat totdat er plots iemand “gedverdemme irritant is het dat knipperend lichtje” mij toeschreeuwde. Oei, dat had ik niet beseft toen ik mijn achterlichtje op knipperen had gezet. Al rijdend zette in mijn achterlicht in de juiste stand.

Krentenbollen

Vlak voor de eerste bevoorrading in Balloo kregen we het Balloerveld voor de wielen geschoven, een schitterend natuurgebied met duinen. Bij de eerste stopplaats merkte ik dat mijn gemiddelde bijna 27 per uur aanwees…oei is dit niet te snel? Ik liet mijn bidon bijvullen, at een krentenbol en nam er nog een paar mee voor onderweg. Veel werd er niet getreuzeld, nog een plasje en terug weg.

Intussen was de nacht bijna voorbij en bij het eerste daglicht reden we richting Gieten over een paar technische stroken van een vaste mountainbikeroute. Aan verzorgingspost 2 vulde ik mijn bidon bij en at ik nog wat krentenbollen en hup op naar verzorgingspost 3. Wie dacht dat Noord-Nederland vlak is, vergeet het. We moesten langs enkele meertjes en de paden errond gingen omhoog en omlaag. Op wat licht motregen na bleef het droog en het parcours lag er op de meeste plaatsen goed berijdbaar bij. De omgeving was fantastisch.

Eigen tempo

Na 103km was ik vroeger dan verwacht aan de post in Beilen. Hier kon ik mijn ingeleverde kledingtas ophalen maar behalve wat extra energiegellekes had ik eigenlijk niets nodig. Op deze verzorgingspost was er warm eten voorzien en verwarmde tenten waar je je eventueel kon omkleden.

Van pelotonvorming was er al lang geen sprake meer. Ik bleef mijn tempo rijden. Het deed deugd om er af en toe eentje op te rapen die dan probeerde aan te pikken maar op de zwaardere stroken er terug af moest. We reden nu constant door het bos waar de singletracks zich in snel tempo opvolgden.

Halleluja, pannenkoeken op de verzorgingspost in Appelscha (waar vinden ze die plaatsnamen toch uit?) Er stonden 156 kilometers op de teller. Nog 4 km en ik verbrak mijn afstandsrecord op de mountainbike. De andere 45km die nog komen moesten, vergelijk ik met een gewone vtt bij ons in de buurt…makkie.

Lastig einde

De laatste 30km raakte ik aan de praat met een Nederlander uit de buurt (ook triatleet). “Straks wordt het drassig, het Janpad komt eraan.” Ik was gewaarschuwd. Vorig jaar was dat Janpad een echt modderbad, waar je bijna kniehoog moest door ploeteren. Er lag dit jaar wel modder, maar met een beetje stuurmanskunst en de keuze van het juiste spoor viel er vlot doorheen te fietsen. Behalve de laatste 25 meter waar ik toch even voet aan de grond moest zetten. Leuk was dat er langs het Janpad veel supporters stonden die je even vleugels gaven.

Nog 20km. Ik zou tot mijn eigen verbazing voor het donker binnen zijn. De laatste 5 km slaagde ik er nog in om 4km verkeerd te rijden. Maar na een ritje van 9u20 en 209km was ik toch zo fier als een gieter als ik mijn finishersmedaille om de hals kreeg.